In de middag heeft Nikola, de zoon van mijn boerderijvrienden, gedoe met een Franse gast. Ze wil weg. Ze is gestrest, ze is bang voor de houtkachel, vindt van alles gevaarlijk voor de kinderen. Een houtkachel is mannenwerk, zegt ze.
Ze wil naar huis en haar geld terug, hoewel ze zegt dat haar kindertjes het hier heerlijk vinden. Naar huis en geld terug. Dat is haar verzoek, zou Levinas zeggen. Nikola vertelt haar welke mogelijkheden er zijn om haar verblijf hier prettiger te maken. Een extra kachel voor de slaapkamer, hij laat zien waar binnenspeelgoed ligt en biedt aan de houtkachel aan te maken. Hij gaat eigenlijk in op haar appèl ; doe mij hier lukken.
De volgende dag kom ik bij haar de kachel aanmaken en leg ik uit hoe ik dat doe. Ze kijkt goed en is blij, maar vindt alles nog steeds eng. Ik leg haar uit hoe het vlamvatten in de kachel werkt en hoe ik het hout opbouw. Ik bedank haar dat ik de kachel aan mocht maken. Ik vond de oplossing van Nikola heel mooi. Nikola vond het een lastige situatie, maar hij had een integer oog voor de gast en voor het bedrijf van zijn ouders (het appèl van derden).
De 2e ochtend kom ik bij de bange vrouw om haar houtkachel aan te maken. Ze doet de deur al open en zegt; ik heb het geprobeerd maar het lukt niet. Ze heeft een mooie piramide gebouwd van hout. De twijgjes waren er tussenuit gebrand. Ik zeg dat ze het prima gedaan heeft, alleen zijn er nog wat kleine plankhoutjes nodig. Die haal ik en ik maak het vuur aan. ‘Morgen ga ik het zelf proberen en moet jij kijken of ik het goed gedaan heb’, zegt de vrouw. Ik geef haar veel complimenten en ben heel blij. Ik vertel dat ik dit als juf heel mooi vond om mee te maken.
De dag erop heeft de vrouw het vuur zelf aangekregen. Ik moet even blijven kijken of het vuur voldoende goed blijft branden. Ik zeg dat ze haar vuurdiploma heeft verdiend. Ze is trots en haar (ook hier aanwezige) moeder ook. Vanavond komt haar man, morgen gaat zij hem laten zien dat zij de houtkachel aan kan maken. Mooi toch? Ik heb de vrouw, tijdens het opvlammen van haar zelfgemaakte vuur, verteld dat vuur van oorsprong een vrouwending is😉. Het is nu lockdown in Frankrijk, de zon schijnt en de vrouw is blij dat ze tot zondag blijft.
Wat ik in bovenstaande situatie gedaan heb, heeft te maken met normatieve professionaliteit. Moreel; Hoe kan ik doen wat goed is voor de ander en voor mezelf, zodat ik optimaal kan blijven functioneren, ‘het goede doen’. Nikola, de vrouw en ik hebben elkaar alle drie doen lukken door het appèl van de ander te voelen. Ten eerste hebben Nikola en ik naar het appèl van de vrouw geluisterd dat doorklonk in haar verzoek om weg te gaan. “Doe mij lukken”. We hebben toen besloten dat het goed zou zijn dat ik, als oudere vrouw, het vuur ging aansteken. Vanuit mijn professie als leerkracht wilde ik haar laten zien dat iets leren ‘kracht’ geeft. Dat heeft de vrouw opgepakt. Ze heeft mijn aanwijzingen gevolgd en haar angst opzij gezet. Daarmee heeft ze mij als coach, leerkracht en vuurvrouw doen lukken. Door uit te leggen dat vuur eigenlijk vrouwenwerk is heb ik een nieuw perspectief naast haar perspectief van vuur als mannenwerk gelegd.
Toen ik haar later samen met haar man zag, met de kinderen in het speeltuintje, merkte ik dat zij minder bang reageerde dan haar man. Ze was niet alleen de angst voor vuur kwijtgeraakt, ze was vol zelfvertrouwen een mooie tijd voor het hele gezin aan het maken. Ook tijdens het paardrijden van haar kinderen (3 en 5 jaar) liet ze haar kracht zien. Er kwamen twee paarden op het rijpaard afgerend. Ze ging rustig samen met de begeleidster Lily voor het rijpaard staan en zorgde er zo voor dat het risico dat het rijpaard achter de andere paarden aan zou rennen heel klein werd. Echt stoer.